Wereldconferentie Child in The City afgerond: "Kinderrechten niet vanzelfsprekend"
Van 20 tot en met 22 november vond in het Museum voor Schone Kunsten de wereldconferentie Child in The City plaats, op uitnodiging van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) en het Brussels Gewest. 3 dagen lang deelden 300 beleidsmakers, stedenbouw- en kinderexperts uit 35 verschillende landen hun onderzoek en praktijkervaringen om steden kindvriendelijker te maken.
De stichting Child in The City wil de positie van kinderen en jongeren in steden versterken en kindvriendelijke omgevingen ontwikkelen. Ook wil de stichting kinderrechten promoten en integreren in lokale stedelijke planning. Om de twee jaar organiseert Child in The City een gelijknamige internationale conferentie. Beleidsmakers, academici, stadplanners, jeugdwerkers en andere professionals leggen er de brug tussen onderzoek en praktijkervaringen over de positie van kinderen in de stad. De VGC en het Brussels Gewest haalden Child in The City dit jaar naar Brussel om de hoofdstad te promoten als kind- en jeugdvriendelijke stad.
Keynotes, panelgesprekken en terreinbezoeken
Het programma van de conferentie bestond uit keynotes, panelgesprekken en terreinbezoeken met ‘Building the future’ als centraal thema. Zo was er een keynote van politicologe en co-coördinator van Brussels 2030 Fatima Zibouh. Zij benadrukte dat participatie van kinderen en jongeren aan het beleid enkel succesvol kan zijn als de participatievorm goed doordacht is en als de deelnemersgroep voldoende representatief is voor de samenleving. Ook Bruno Vanobbergen, voormalig kinderrechtencommissaris en huidig administrateur-generaal van het Vlaams agentschap Opgroeien, hield een keynote.
“Child in The City is ontzettend relevant en interessant omdat inspirerende praktijken en denkkaders over hoe steden beter kunnen inspelen op de noden van jongeren hier samenkomen. Zo’n goede praktijk uit eigen land zijn de OverKophuizen die momenteel in heel wat steden ontstaan en waarin stadsbesturen vaak zelf een regierol opnemen. De OverKophuizen zijn plekken waar jongeren terecht kunnen voor allerlei vrijetijdsactiviteiten, maar ook voor psychologische zorg en ondersteuning. Zo’n praktijk kunnen delen met internationale beleidsmakers en kinderexperts is heel waardevol”, blikt Bruno Vanobbergen tevreden terug.
Via terreinbezoeken konden de internationale gasten letterlijk de Brusselse initiatieven voor kinderen en jongeren in de praktijk ontdekken. William Febiri, projectcoördinator van Cultureghem vzw, organiseerde een bezoek aan de Abattoir. Cultureghem gebruikt de overdekte markthal van 10.000 vierkante meter als cocreatieve ruimte en richt er elke woensdag de grootste speelplaats van Brussel in.
“Dergelijke bezoeken van internationale gasten en hun vele vragen herinneren er ons steeds weer aan hoe belangrijk onze rol als jeugdwerker in een stedelijke context is, hoe we als jeugdwerkers echt een positieve bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren”, stelt William Febiri.
Sven Gatz, Brussels minister en VGC-collegelid voor Onderwijs en Scholenbouw, is ook tevreden dat de Brusselse overheden zelf hun best practices rond jeugd- en onderwijsbeleid konden delen.
"Dankzij Child in The City konden de deelnemers kennismaken met onze projecten waarbij scholen worden gestimuleerd om kale, betonnen speelplaatsen om te vormen tot leuke en stimulerende speel- en leerplekken. Speelplaatsen worden zo een kindvriendelijke, creatieve omgeving waar kinderen hun speeltijd zelf vormgeven. Ook het Onderwijscentrum Brussel kreeg van Child in The City de mogelijkheid om zijn werking en expertise te promoten naar een breed internationaal werkveld, wat alleen maar kan toegejuicht worden", verklaart Sven Gatz.
Kinderen en jongeren betrokken
Elke Van den Brandt, Brussels minister en voorzitter van het VGC-college, wijst op het belang van kinder- en jongerenparticipatie aan het beleid, een belangrijk onderwerp tijdens de conferentie.
"Deze conferentie maakte met een waaier aan voorbeelden en experten duidelijk wie onze belangrijkste inwoners zijn. Als kinderen en jongeren de stad mee vormgeven, ziet het er bijzonder goed uit voor Brussel. Dat is iets wat ik zeker onthoud van Child in The city en waarvan ik een hele hoop inspiratie zag, ook uit Brussel: we moeten kinderen en jongeren zo veel mogelijk de regie geven over hun leven, hun toekomst, hun stad", vertelt Elke Van den Brandt.
Tijdens Child in The City kwamen ook heel wat kinderen en jongeren zelf aan bod. De keynotes en panelgesprekken werden aan elkaar gepraat door jeugdwerkers van Jes vzw en de Brusselse jeugdhuizen. Daarnaast was er een optreden van de Brusselse jongerenpercussiegroep Fanfakids en spraken Brusselse kinderen in verschillende video’s hun dromen voor de stad uit.
Kinderrechten niet vanzelfsprekend
De conferentie eindigde woensdagmiddag met een slotsessie. Daarin maakte Ans Persoons, Brussels staatssecretaris voor Stedenbouw en Internationale relaties en VGC-collegelid voor Jeugd, duidelijk dat kinderrechten niet vanzelfsprekend zijn.
"Kinderrechten worden overal ter wereld geschonden, in oorlogsgebied, maar jammer genoeg ook in Brussel. Daarom moeten we massaal blijven investeren in onderwijs en jeugdzorg en harder dan ooit strijden tegen kinderarmoede. Want gelijke kansen beginnen met een deftig dak boven het hoofd", besloot Ans Persoons.
Nils Quintelier